Pagina 1 Frans Overdijk
Vervolgpagina's
Over St. Mary, New Cemetery te Carew waar Frans Overdijk is begraven
Over Frans Overdijk als boordschutter
Over korporaal-machinist bij de Koninklijke Marine Piet Glaser ook aan boord van de Medusa
Stamboompagina's Frans Overdijk
Overdijk
Tuijthoff,/a>
|
|
Hellevoetsluis 25 april 1896 – 19 maart 1984 Hoogvliet
Korporaal-machinist bij de Koninklijke Marine
Op 26 augustus 1939, twee dagen voor de mobilisatie, wordt hij opgeroepen weer in dienst te treden van de Koninklijke Marine te Den Helder,
waar hij eerder in dienst was van 27 januari 1914 t/m 17 september 1936.
Terwijl hij op 14 mei met de Medusa in het Schulpengat in gevecht is met de Duitsers wordt zijn woonplaats Rotterdam gebombardeerd. Glaser
was daar voor hij in 1939 weer bij de marine aan het werk gaat, werkzaam bij het Doofstommeninstituut aan de Ammanstraat 22 als conciërge en woonde op nr. 22b.
Als door een wonder blijft het Doofstommeninstituut gespaard. Zijn vrouw en twee kinderen moeten door de brand die volgt op het bombardement vluchten en vinden
onderdak bij familie in Amsterdam.

Vanaf het Politiebureau op het Haagse Veer werd begin jaren 50, deze foto in de richting van het Station Delftse Poort genomen.
Het gebouw op de voorgrond is het doofstommeninstituut op de hoek van de Ammanstraat.
Uit een persoonsbeschrijving, waarschijnlijk in 1941 door hemzelf opgesteld, blijkt dat hij evenals Frans Overdijk op 5 juni 1940 de Medusa verlaat en
overgeplaatst van Falmouth naar de Marine Luchtvaartdienst te Pembroke (Engeland). Daar wordt hij bij het 320 sq te werk gesteld als 'kastbaas' in
Pembroke Dock bij het 1e escadrille. Op 19 september 1940 is hij 'electro-monteur' met de rang van korporaal staat op een lijst van het 1e escadrille
in Pembroke Dock.
Op 17 februari 1941, wordt hij overgeplaatst naar Carew Chariton. Een lijst van het 320 squadron
vermeldt 'voorlopig geplaatst te Carew Chariton bij de Technische Dienst' met zijn marinerang korporaal-machinist.
Daarna volgen verplaatsingen naar Leuchars (Schotland), Bircham Newton, Methwold, Attlebridge, Lasham en Dunsfold. Op verschillende vliegvelden maakt
hij bomaanvallen mee. Hij is dan inmiddels op de hoogte van het nieuwe adres van zijn vrouw en kinderen aan de Baarsjesweg in Amsterdam.
In een aantekening op de persoonsbeschrijving staat: 'Op 18 februari 1944 gaat hij van 320 sq (in Dunsfold) naar 3127 Servicing echelon'.
Begin 1943 krijgt het squadron B-25 Mitchell-bommenwerpers en volgt indeling bij 2 Group RAF Bomber Command met als taak het uitvoeren van bombardementen op
bezet Europa. Bases worden achtereenvolgens RAF Methwold, Attlebridge en Lasham. Later in het jaar volgt indeling bij de 2nd Allied Tactical Air Force voor
operaties ter voorbereiding van het 'Tweede Front' (operatie Point Blank) en operaties tegen V-doelen (operatie Crossbow). In februari 1944 word RAF Dunsfold
basis; daar word de technische dienst afzonderlijk georganiseerd als RAF 6320 Servicing Echelon.
Het RAF 6320 Servicing Echelon wordt 22 maart 1944 op Dunsfold geformeerd uit het 3127 Servicing Echelon. Basis zijn achtereenvolgend 6 mei 1944 Swanton Morley,
18 mei 1944 Dunsfold, 18 oktober 1944 Melsbroek, België en 30 april 1945 Achmer, Duitsland. Op 2 augustus 1945 wordt het opgeheven.
|