Vijfentwintig verhuizingen
In de volgende hoofdstukken beschrijft ze de eerste dag in Norval, 8 mei 1927. De thuiskomst na een week
van 'Frank', zoals Folkert daar inmiddels genoemd werd. Problemen met Mr. Bruins, agent van de Nederlandsche
Emigratiestichting, de ontmoeting van Matthijs Posthumus met een stier, de verhuizing naar Port Arthur
duizend mijl verderop.
Dan weer verhuizen naar Winnipeg, maar ook daar viel niets op te bouwen wat naar hun zin was, zodat
verhuisd werd naar Brandon waar op 27 oktober 1928 een boerderijtje werd gekocht van een oude vrouw. Het
eerste en tweede jaar ging het goed er werden grote graanoogsten binnengehaald. Door crisis na de beurskrach
in 1929 daalden de prijzen echter voor graan, waarna de familie Posthumus op 1 april 1933 gedwongen was de
boerderij te verlaten en met wat vee te verhuizen ze naar een grotere boerderij, gehuurd van de Northern
Trust Company.
Nadat ze in 1935 weer verhuisd waren wilden Matthijs en Geertje in 1939 een reis naar Friesland maken. Na al
hun bezittingen te hebben verkocht vertrokken ze. In Nederland aangekomen schrokken ze. Er zou weer een
oorlog uitbreken. Tot teleurstelling van Geertje was haar moeder inmiddels overleden.
"Nee, zo had een langer verblijf in Nederland weinig aantrekkelijks meer. We begonnen dan ook de terugreis
te regelen. Maar het noodlot sloeg andermaal toe. We ontvingen op 9 mei 1940 een telegram uit Den Haag, met
de mededeling dat we de dag daarop paspoort en visum konden afhalen. Voor de terugreis was alles in orde.
We zouden via Lissabon gaan. Kisten en koffers stonden gepakt. Die tiende mei begaven we ons al vroeg op
weg naar Den Haag. Maar, we kwamen niet verder dan Heerenveen. De oorlog was uitgebroken. De trein reed
niet meer!
Er bleef niets anders over dan naar De Tike terug te keren, waar het huisje van mijn moeder nog leegstond.
We hebben er de hele oorlogstijd gewoond; vijf lange, bange jaren.
De contacten met Canada waren tijdens de oorlogsjaren verbroken. Er kwam geen levensteken vandaan, en er
ging er niet één naar toe. De vrijheidsklokken hadden al geluid, toen er een uit een Belgisch hospitaal
verzonden brief bij ons werd bezorgd. Een brief van onze zoon Melle! Wat waren we blij. Geweldig! De brief
luchtte mij geweldig op. Vanaf kerstmis had ik te bed gelegen met gewrichtsreuma en zenuwpijnen. In die
ellendige laatste winter voor de bevrijding, kon ik niet eens meer opstaan. Geen dokter had medicijnen meer.
En wat er nog voorhanden was, was op de bon.
In de brief van Melle stond, dat hij in 1940 (hij was toen 31 jaar) als vrijwilliger in het Canadese leger
was gegaan. Vijf jaar lang had hij gestreden. De brief was zó lang onderweg geweest, dat hij intussen al
met een tankdivisie in Assen was aangekomen. Op de fiets kwam hij bij ons op bezoek. Wat een weerzien!
Daar stond Melle in levende lijve voor ons, op een maandagmorgen in de vroege zomer van 1945. De datum weet
ik me niet meer te herinneren, maar wel dat er de volgende dag bevrijdingsfeest zou worden gevierd. Voor
Melle thuiskwam, had men ons al op zijn komst voorbereid, opdat de slag niet te groot zou zijn. Ik kon mijn
tranen niet bedwingen en huilde van blijdschap. Iedereen kwam naar ons toe om met Melle te spreken. Maar
hij was erg zwijgzaam over wat hij had meegemaakt in die jaren van oorlogsellende. Hij was nog teveel onder
de indruk. Hij zei: 'Moeder, houd die deur dicht. Laat niemand binnen'."
10 September 1946 konden ze pas weer terug naar Canada, waar ze draad weer oppakten. Hun dochter Anna
vertrok echter met haar dochtertje Geke naar Nederland en schreef dat de Algemene Ouderdomswet was aangenomen.
Ze schreef verder dat haar ouders er ook voor in aanmerking kwamen en dat ze daarom beter naar Nederland
konden terugkeren. En zo gingen ze weer terug naar Nederland naar de Tike en bleven hun zonen met hun
gezinnen in Canada.
Als hun zoon Louw in 1952 ernstig ziek wordt verkopen ze het huis en gaan voor de derde keer naar Canada.
Na een half jaar als hun zoon weer beter is keren ze terug naar Nederland waar grote woningnood heerste.
Het lukt Matthijs en Geertje na veel moeilijkheden zich in Drachten te vestigen en in bejaardencentrum
'Rispingen' de oude dag door te brengen.
Geertje wordt lid van de vrouwenbond van de Partij van de Arbeid, werft leden voor de VARA, is
medeoprichtster van de bejaardensoos en loopt nog mee in een demonstratie tegen de sluiting van het
Kledingatelier R.I.A in Drachten.
Tot zover haar boek.
Sagen
Het Meertensinstituut geeft een overzicht van vijf sagen verteld door Geertje en opgetekend in het Fries
door A.A. Jaarsma:
volksverhalen.
O.a.: "Een heks kon zich in een kat veranderen en kwam zo via het sleutelgat bij mensen binnen. Daar betoverde ze dan de kinderen, bij wie later kransen in de kussens werden gevonden."
Graftombe
Op www.graftombe.nl staat dat Matthijs, geboren 27 oktober 1878, overlijdt op 26 april 1965 en Geertje
18 december 1980, beiden in Drachten.
Laura Posthumus
Een achterkleindochter van Geertje maakte zich bekend op het Genealogy-forum.
I am the great-grandaughter of Geertje
Posthumus-Zandstra.
My Grandfather Louw Posthumus married Christina Paulusma....Brothers Fokke, Matthijs, Folkert, Melle and
sister Geertje. I Live in Winnipeg Manitoba, Canada. I am very interseted in finding family memebers...
Could you please reply....Thank you Laura Posthumus...
My great-grandmother wrote about about her life....Retour Canada.....wonderful pictures......please post
a letter and I will give you my e-mail address....
Zie: Laura Posthumus uit Winnipeg,
Manitoba, Canada.
Emigreren
Meer over emigreren:
Posthumus - Landverhuizers -
Review records Posthumus - Emigrants.