advertenties
Cicero

Cicero's redevoering Pro Rabirio Postumo

Inhoud pagina

Cicero

Marcus Tullius Cicero

- 54 v. Chr.

- Cicero's Speech

- Review

- 61 BC

- Horatio

- Propertius



Pagina's over de geschiedenis van de naam Posthumus
De herkomst van de naam Posthumus
Inleiding

Rome de stadstaat
Romeins familieleven

Cicero's redevoering Pro Rabirio Postumo
Cicero

Sinds het begin van de jaartelling
Van Agrippa Postumus in Rome tot en met Chuck Posthumus in Holland Michigan (VS)

Keizer Postumus
Dr. W. A. van Es, de Romeinen in Nederland

Het Rooms-Friese recht
Historie van de rechtspraak in Friesland

Het Keizerlijk Decreet van 18 augustus 1811
De betekenis voor Friesland

Het Keizerlijk Decreet van 18 augustus 1811 (2)
Registratie van de familienaam Posthumus

Bronnen
Overzicht van de geraadpleegde en geciteerde Bronnen bij het onderzoek naar de geschiedenis van de naam Posthumus.

Marcus Tullius Cicero
Marcus Tullius Cicero werd geboren in hetzelfde jaar als Pompeius, in 106 voor Christus, op 3 januari, in het ouderlijk huis op ongeveer vijf kilometer van Arpinum. Zijn vader (die dezelfde naam droeg) behoorde tot de ridderstand en was een bescheiden grondbezitter; zijn moeder Helvia was een verstandige en oplettende huisvrouw. Waarschijnlijk woonde het gezin het grootste deel van het jaar in Rome voor de opvoeding van hun kinderen, in hun huis in de Carinae (waar Quintus Cicero later zou gaan wonen).

Tot Cicero's vroegste herinneringen behoorden de bezielende lessen van de Griek Archias (die hij in 62 zou verdedigen); ook de beroemdste redenaars van dat ogenblik, Lucius Crassus en Marcus Antonius, droegen tot zijn vorming bij. Op raad van Lucius Crassus volgde de jonge Cicero geen lessen bij de bekendste leraar in de Latijnse retorica van toen, Plotius Gallus, maar studeerde hij bij Griekse leraars. 60

54 v. Chr.
De consuls waren dat jaar Lucius Domitius Ahenobarbus en Appius Claudius Pulcher. De eerste was een fanatieke optimaat, de tweede een onbekwame en hebzuchtige man zonder politieke overtuiging, iemand die dus makkelijk kon beïnvloed worden door de triumviri (hoewel hun macht zo groot was dat het eigenlijk niet veel uitmaakte wie het ambt van consul bekleedde). Pompeius deed zijn best Rome zo goed mogelijk te besturen en Cicero berustte in Pompeius' macht zonder te beseffen dat die ooit door Caesar betwist zou worden. Cicero wou bewijzen dat zijn verzoening met Crassus oprecht was en verdedigde hem in een redevoering in de senaat. Hij kreeg de onaangename taak de handlangers van de triumviri te verdedigen voor de rechtbanken. Hij pleitte niet alleen voor Caius Messius, die nu legaat was onder Caesar, maar kon ook vrijspraak bekomen voor zijn vroegere vijand Publius Vatinius die hij in 56 in het proces tegen Publius Sestius nog scherp had aangevallen (in Publium Vatinium testem interrogatio). Vatinius bleef Cicero dankbaar voor zijn verdediging; na de slag van Pharsalus (in 48) zou hij Cicero helpen en ze bleven nadien vrienden.

Minder plezier beleefde Cicero aan zijn verdediging van Aulus Gabinius die hem had uitgeleverd aan Publius Clodius (in ruil voor de toekenning van de provincie Syria). In een eerder proces (dat aangespannen was omdat Gabinius Ptolemaeus XII Auletes opnieuw op de troon van Egypte had gezet) had Cicero ten laste getuigd maar was Gabinius nipt de dans ontsprongen. Hoewel Gabinius nadien Cicero in de senaat had aangevallen, betuigde hij nu zijn dank aan Cicero voor diens inschikkelijkheid en verklaarde hij zijn vroegere fouten tegenover Cicero te willen goedmaken. Cicero nam Gabinius' verdediging in een tweede proces (wegens het leegroven van zijn provincie) vooral op zich op uitdrukkelijk verzoek van Pompeius, maar noch Cicero's welsprekendheid, noch Pompeius' inspanningen konden Gabinius vrij krijgen. Door Gabinius' verbanning verviel een derde proces wegens omkoperij bij de verkiezingen.

Uit het tweede proces tegen Gabinius groeide een proces tegen Caius Rabirius Postumus, die beschuldigd werd de buit van Syria te hebben gedeeld met Gabinius. Dank zij Cicero's Oratio pro Caio Rabirio Postumo werd Rabirius vrijgesproken. 61

Cicero's Speech Pro Rabirio Postumo
Translated with introduction and commentary by MARY SIANI-DAVIES.

Cicero's speech delivered in the mid 50s BC in defence of Gaius Rabirius Postumus was the last of a series of trials which followed the restoration of the Egyptian king, Ptolemy XII Auletes, to his throne. This book provides a new translation of the speech and the first commentary in English of a work which is a major source for Roman and Egyptian history at the time of the late Republic.

A new translation of Cicero's important speech. Provides the first commentary on Pro Rabirio Postumo in English
Mary Siani-Davies is Visiting Lecturer in Classics at Royal Holloway College, University of London.
62

Review
Mary Siani-Davies (trans.), Cicero's Speech: Pro Rabirio Postumo, translated with introduction and commentary. New York and Oxford: Oxford University Press, 2001. Pp. xiv + 282. ISBN 0-19-924096-5.
Reviewed by Jerise Fogel, Columbia University (jf23@columbia.edu)

(fragment)

Postumus, originally C. Curtius Postumus but as an adult adopted by his uncle C. Rabirius, was a rich eques and publican accused in this case of having illegally financed Ptolemy Auletes himself and a Roman propraetor who (without the Senate's permission) used a Roman army from his province to march on Alexandria and replace the King on the Egyptian throne from which he had been expelled, allegedly by popular uprising. Postumus had been a longtime friend of Cicero. Postumus, S. argues in a tour-de-force, became politically more prominent than one might expect of a banker because of his successful financing of triumviral adventures such as this one on behalf of both Pompey and Caesar; he apparently won acquittal in 54/53 and continued as financier to Caesar and later Octavian, possibly retiring to the Bay of Naples area to become among other things the wealthy elderly addressee of Horace's Ode 2.14. This section of the Introduction freshly combines literary, papyrological and epigraphic sources, including a tessera nummularia containing the name possibly of Postumus' uncle and adoptive father (p. 47 n. 30), an unpublished inscription (Gian Luca Gregori's help is acknowledged in preface, and S. should be credited with having fruitfully developed contacts with many fine scholars internationally on this project), and assorted evidence about Postumus' freedmen and freedwomen) to provide a convincing identification of Postumus as not only the Curtius Postumus of Cicero's correspondence but also the Caesarian adherent Rabirius Postumus in Caesar's Bellum Africanum, and Horace's Postumus. The careful nomenclature study here is a model of its kind and will be useful to all students of the Roman naming system. Again, the use of Carla Balconi's article is a sign of the care S. has taken. The development of Postumus' apparent Volaterran Etruscan connections and his Campanian connections, is persuasive and explains many points in Cicero's speech in passing (most notably the reference to Postumus' assistance to his own father, whom Cicero had claimed he had never seen with his own eyes). Postumus' rise from trader/financier to important political figure with connections to all triumvirs is outlined in cogent detail on pp. 52-65. 64

61 BC
SPEECH IN DEFENCE OF CAIUS RABIRIUS POSTUMUS (PDF-bestand)
Marcus Tullius Cicero. Vertaald door Charles Duke Yonge, A.B.

Horatio
Nederlandse vertalingen van Horatius tot 1800. Uitgegeven door de Werkgroep Horatius: Usha Chotkan, Oskar Fernandez, Ton Harmsen en Els Meeuse.
De oudste: Jan van Hout vertaalde Ode II, 14, 1578.

Hora: lib: 2. ode xiv.
Eheu fugaces Posthume Posthume
Eylaes eylaes, hue vliegen zo
Zeer snellic voort (o vrunt van Loo)
Mit vlecken van de wint de schielic vliende jaren:
Want d’un-betemde doot, vertrect
(5) Geensins, of eerlic zijn bedect
Met rumpels diep t’gesicht, den cop mit grize haren.
Al waert ooc, dat op elcken dach,
Gi offer-duende, dedet slach-
ten hundert stieren vet, um d’altaers te verlaeyen
60

Zie ook het gedicht naar Horace, Ode ii. 14 HIS AGE, DEDICATED TO HIS PECULIAR FRIEND, M. JOHN WICKES, UNDER THE NAME OF POSTHUMUS. door Robert Herrick.

CiceroBust

O tempora, o mores!
 
Vorige pagina: Rome de stadstaat Romeins familieleven

Volgende pagina: Sinds het begin van de jaartelling
Van Agrippa Postumus in Rome tot en met Chuck Posthumus in Holland Michigan (VS)

 
    Heeft u ook interessante informatie over Posthumus of wilt u reageren op een van de onderwerpen stuur dan een e-mail naar:
Hans Posthumus.
 


Privacybeleid Donatie